Uit Stiphout vanaf het begin... een uitgave ter gelegenheid van het 825 jarig bestaan van Stiphout in 1980.
In het begin van de zomer van het jaar 1342 was boer Jan Balloys bezig met het ploegen van zijn akker naast het Stiphoutse kerkje. Donkere wolken pakten zich samen boven het dorp en spoedig schoten bliksemschichten door de lucht, gevolgd door hevige donderslagen. Een onweer ging tekeer en plotseling raakte de kerk door bliksem in brand. De boer, die dat zag, rende naar de kerk en riep dat de pastoor moest komen, zodat het heilig sacrament (de gewijde hosties) uit de kerk gehaald zou worden en niet zou verbranden. Toen de pastoor, Jan Hocaerts, dan bij de kerk gearriveerd was zei Jan Balloys hem: "Mijnheer Pastoor, als ik uw macht had, dan zou ik het heilig sacrament daar niet laten verbranden".
Pastoor Hocaerts, die door de steeds om zich heen grijpende vlammen bang geworden was zelf het gebouw binnen te gaan, heeft toen tegen de boer gezegd: "Voor dit geval geef ik jou al mijn macht en kracht die ik bezit". Na die worden gehoord te hebben liep Jan Balloys naar de kerkdeur om door de brand heen het heilig sacrament eruit te halen. Intussen waren er al veel mensen naar de brandende kerk komen kijken. De pastoor en de omstanders zagen hoe even later het vuur zich splitste en plaats maakte voor de boer.
Ongedeerd trad Jan Balloys midden uit de vlammen tevoorschijn, hij was niet gewond, had zich niet gebrand en zijn kleren hadden geen schade geleden. Aan de pastoor overhandigde hij de ciborie en het heilig sacrament, die hij gered had.






meer info